Parkinson
De ziekte van Parkinson wordt gekenmerkt door het niet goed functioneren van de aansturing van het bewegingsapparaat. De basale kernen in het brein regelen samen met andere hersenstructuren motorische activiteiten (beweging). Bij Parkinson is dit verstoord omdat de substantia nigra (deel van de basale kernen) tekortschiet in dopamine productie. Deze dopamine is nodig om de basale kernen te activeren om zo bewegingen in gang te kunnen zetten. Parkinsonpatiënten hebben vooral moeite met de coordinatie, balans en het starten van bewegingen. Op dit moment zijn er zes genen bekend die de ziekte van Parkinson kunnen veroorzaken. De ziekte komt bij jonge mensen voor maar de kans om het te krijgen wordt op oudere leeftijd steeds groter. Kenmerkend zijn stoornissen in de motoriek. Hierbij treden problemen op als langzaam en weinig bewegen, trillen, voorover gebogen lopen, rigiditeit (verstijving ledematen) en stijve spieren. Andere gevolgen zijn reukstoornissen, stoornissen van het autonome zenuwstelsel, psychische stoornissen en geheugenproblemen. Symptoombestrijding is mogelijk met medicatie (levodopa).
Fysiotherapie bij Parkinson
De multidisciplinaire revalidatie van Parkinsonpatiënten zal gericht zijn op het instellen van de medicatie door de arts en het optimaliseren van de kwaliteit van leven en behoud van zelfstandigheid. De fysiotherapeut kan een significante bijdrage leveren aan verbetering van de beweging door het aanbieden van externe ritmes. Bijvoorbeeld door het inzetten van een 'cueing device' waarbij zowel geluiden als trillingen worden uitgezonden. Patiënten die op deze wijze met cueing training in hun eigen omgeving werden behandeld, gaan beter en sneller lopen, kunnen grotere passen zetten, voelen zich zekerder en zijn minder snel vermoeid. Daarnaast zal de behandeling bestaan uit verbetering van het uithoudingsvermogen; spierkracht; coordinatie en specifieke vaardigheden zoals lopen en opstaan uit een stoel.
Naar boven